Ingrediënten
- 200 gram basmatirijst
- 200 gram tofu
- 200 gram spitskool (of andere lichte kool)
- 100-125 gram taugé
- 2 stengels bleekselderij (inclusief wat blad)
- 2 uien (niet te groot)
- 3 tenen knoflook
- 3-4 plakjes gember
- halve rode peper
- kleine theelepel trassi
- kleine theelepel kurkuma
- kleine theelepel laos
- kleine theelepel gemalen komijnzaad
- kleine theelepel gemalen korianderzaad
- sambal
- ketjap
- zout
- zonnebloemolie
- als bijgerecht: plakjes komkommer, atjar, kroepoek of een gebakken eitje
Bereidingswijze
Begin met het koken van de rijst. Je kunt rijst koken in een ruime hoeveelheid kokend water, of je zet het met koud water op en zorgt dat het water ongeveer 2 cm boven de rijst uitkomt (breng de rijst aan de kook en zet het vuur dan laag). Doe het blok tofu in een vergiet en/of een schone theedoek om wat vocht te verliezen. Begin dan met het snijden van de groenten in fijne reepjes en blokjes. Het is minder lekker als de nasi grote hompen kool of ui bevat. Als je een beetje knapperige blokjes tofu lekker vindt, dan kun je ze het beste eerst apart bakken in een pan met een goede anti-aanbaklaag en een scheutje zonnebloemolie. Je kunt ze ook mee wokken in de wokpan, maar mijn ervaring is dat tofu toch snel aan de pan blijft plakken of niet krokant wordt.
Nasi volgens de Gezonde Kok!
Een grote wok is super handig om nasi te maken, maar een hapjespan kun je hier ook voor gebruiken. Zet de wok op het vuur, laat hem vast warm worden en doe dan een scheut olie in de pan. Als de olie heet is doe je de uien erin, die je een minuut of twee op vrij hoog vuur bakt, al omscheppend. Vervolgens doe je alle specerijen erbij, zoals trassi, kurkuma, laos, komijnzaad en koriander. Ook nu goed blijven omscheppen. Voeg dan de knoflook, rode peper en fijngesneden gember toe. Weer een of twee minuten wokken en dan kunnen achtereenvolgens de spitskool en de bleekselderij erbij. Het blad van de selderij en de taugé doen we er pas op het laatst bij. Blijf goed omscheppen en spoel ondertussen de taugé schoon onder de kraan. Kijk ook even of je rijst al gaar is en laat die zonder deksel nog wat stoom verliezen.
Na hooguit een minuut of vijf roerbakken zijn de groenten gaar genoeg (zeker als je ze niet te grof hebt gesneden). Voeg nu ook het selderijblad en de taugé toe en kort daarna de rijst. Doe er ook een kleine snuf zout bij. Zet het vuur lager en schep alles goed door elkaar. Proef de nasi en breng hem op smaak met eventueel nog zout en peper, een scheutje ketjap of sambal. Dit laatste kun je ook op het bord doen, zodat iedereen naar eigen smaak zijn gerecht kan kruiden. Het is lekker om je nasi te combineren met iets fris, zoals komkommer of atjar. Ook lekker, maar wel extra caloriën zijn kroepoek, een gebakken eitje en een biertje! Wat je over hebt, eet je de volgende dag gewoon als lunch.
Wat je vast ook lekker vindt, is gado gado met tempeh. Ook aziatisch en vegetarisch en helemaal niet moeilijk om te maken!
PS. Trassi is gefermenteerde garnalenpasta. Je koopt het gewoon in de supermarkt en het is niet duur. Maar let op, de trassi stinkt, dat is altijd zo en ligt dus niet aan jouw kookkunsten als het een beetje vreemd ruikt. Maar het maakt je nasi wel extra lekker!