Ingrediënten
- radijsblad
- pecorino romano
- pijnboompitten
- olijfolie
- peper en zout
Bereidingswijze
Koop een bosje radijs en snij het blad van de radijsjes af. Haal de vergeelde of vieze blaadjes eruit. Spoel de bladeren schoon, hak ze in grove stukken en doe ze in de keukenmachine. Je kunt ook een hoge mengbeker en een staafmixer gebruiken. Neem een handje pijnboompitten en rooster ze in een droge koekenpan. In plaats van pijnboompitten (die wel redelijk prijzig zijn) kun je ook andere noten of zaden gebruiken, bijvoorbeeld hazelnoten of walnoten.
Gebruik alles van je bosje radijs
Doe de geroosterde pitten bij de radijsbladeren. Snijd wat stukjes van de pecorinokaas en voeg die toe (ook ongeveer een klein handje vol). Voeg dan een snuf zout en een flinke scheut goede olijfolie toe en zet de machine of staafmixer aan. Even proeven en kijken wat je nog wilt toevoegen. Ik deed er bijvoorbeeld nog wat peper en een paar rucolablaadjes bij omdat ik nog wat pit miste. Als het te droog is, voeg je nog wat olijfolie toe. Pesto is lekker op een cracker, door de pasta of bij een stukje kip! Je kunt pesto goed bewaren in de koelkast als je zorgt dat er een laagje olijfolie op ligt. Dus gewoon in een potje of een bakje (met deksel).
PS. Bij het maken van pesto kies ik altijd voor pecorino, omdat het van schapenmelk wordt gemaakt. Het is lichter verteerbaar dan koemelk, waarvoor nogal wat mensen een intolerantie hebben. Heb je er geen last van dan kun je natuurlijk ook voor parmezaanse kaas kiezen.