Ingrediënten
- 1 knolselderij
- 1 appel
- een halve ui
- 3 tenen knoflook
- een handvol walnoten
- sojaroom
- groentebouillon (tablet, glutenvrij)
- 1 laurierblaadje
- (verse) tijm
- koolzaadolie (olijfolie mag ook)
- peper en evt. zout
Bereidingswijze
Kies bij voorkeur voor een pan met een dikke bodem, zoals een braadpan. Snijd een halve ui in stukken en schil dan de knolselderij. Met een groot mes haal je ongeveer een halve centimeter van de schil af. Haal ook alle bruine stukjes weg. Eerst maak je dikke plakken van de knol en daarna snijd je er blokjes van. Die mogen gerust wat groter zijn, laten we zeggen drie centimeter. Giet dan een scheut koolzaadolie in de pan (die je op het vuur hebt gezet) en doe de uien en knolselderij in de pan. Met een houten lepel roer je het af en toe om. Na een paar minuten voeg je een paar takjes verse tijm toe (of als je dat niet hebt een halve eetlepel gedroogde tijm) en een klein, gesneden appeltje. Heb je een hele grote appel, neem dan een halve. Voeg ook de drie tenen knoflook en het laurierblaadje toe en roer het geheel door elkaar.
Met appel, walnoten en tijm
Nadat je de knolselderij ongeveer tien minuten hebt gebakken doe je een liter water in de waterkoker. Giet het kokende water in de pan, doe het bouillonblokje erbij, roer het nog even door elkaar en leg dan de deksel op de pan. Op een zacht vuurtje laat je de soep nu ongeveer twintig minuten pruttelen. In ieder geval totdat de knolselderij zacht geworden is. Nu kun je de soep gaan pureren. Voordat je dat gaat doen, vergeet niet om het laurierblaadje te verwijderen! Voeg wat versgemalen peper toe en ongeveer 100 milliliter sojaroom. In plaats van sojaroom kun je ook rijstroom gebruiken of gewone room. Dat laatste is natuurlijk niet lactosevrij. Zet dan de staafmixer in de pan en mix de soep tot een mooi glad geheel. Serveer de soep in leuke soepkommen en garneer met wat grof gehakte walnoten, een paar druppels koolzaadolie en een takje tijm. Eet smakelijk!
