Ingrediënten
- 2 cups rucola (heel grof gehakt)
- 1/2 cup ongezouten en ongebrande cashewnoten (55 gram)
- 1/2 cup grana padano of parmezaan (50-55 gram)
- ruim 1/2 cup goede olijfolie
- 1 teen knoflook
- handje verse basilicum
- kneepje citroensap
- grof zeezout
PS. als cup gebruik ik een melkbeker van ongeveer 225 ml.
Bereidingswijze
Een lekkere pesto is zo gemaakt. Ik eet het graag op een cracker of met een stukje gegrilde kip of vis. Je kunt het natuurlijk ook door de pasta doen of bijvoorbeeld op een broodje met kaas en sla! Als je de pesto op traditionele wijze wilt maken, doe je dat in een vijzel. De basilicum wordt dan samen met een snuf grof zout tot een pasta gevijzeld. Vervolgens worden de knoflook en ongeroosterde pijnboompitten toegevoegd. Je vijzelt het dan verder tot een pasta waarin nog wel kleine stukjes pitten zitten. Als laatste voeg je geraspte kaas en ten slotte olijfolie toe. Zo kun je goed in de gaten houden of de pesto de juiste substantie heeft.
Fris, zacht, pittig
Wil je het wat sneller en makkelijker doen, dan gebruik je een kleine keukenmachine of een staafmixer in een hoge mengbeker. Ook in dit geval is het wel prettiger om pas als laatste de kaas erdoor te doen en de pesto af te maken met olijfolie. Voor dit recept heb ik verse rucola uit de moestuin gebruikt. Deze is niet superscherp, net als de meeste rucolasoorten die je in de supermarkt koopt. Toch vond ik het lekkerder om er ook nog een handje verse basilicum aan toe te voegen voor een wat rondere smaak. De cashewnoten kocht ik bij de Lidl. Je kunt ook voor pijnboompitjes kiezen of eventueel zonnebloempitten. Tot slot voegde ik nog een kneepje vers citroensap toe om er net een extra fris tintje aan te geven.
Bewaar pesto onder een laagje olijfolie, afgesloten in de koelkast. Zo kun je er meerdere dagen van genieten!