Ingrediënten
- 5-6 flinke aardappels (licht kruimig)
- een bos raapsteeltjes
- spekjes
- oude geitenkaas
- sojaroom
- peper en zout
Bereidingswijze
Het maken van een lactosevrije stamppot is heel simpel. Laat gewone boter en melk weg en maak gebruik van sojaroom of lactosevrije melk. Aan deze stamppot heb ik wat blokjes oude geitenkaas toegevoegd. Zelf heb ik er geen last van als ik dat af en toe eet, er zit door het rijpingsproces amper nog lactose in oude geitenkaas. Geitenkaas wordt door de meeste mensen beter verdragen dan kaas van koemelk. Verdraag je het toch niet goed, eet de stamppot dan zonder kaas en voeg voor extra smaak bijvoorbeeld wat noten of zongedroogde tomaatjes toe. Dat kun je natuurlijk ook doen als je vegetariër of veganist bent.
Schil de aardappels en snijd ze in vieren. Kook ze met een laagje water in ongeveer 20-25 minuten gaar. Ondertussen was je de raapstelen en hak je ze in grove stukken. Als je een grote tuin hebt, of een moestuin, probeer ze dan eens zelf te telen. Veel goedkoper dan in de supermarkt en van twee rijtjes kun je al snel drie keer stamppot (of bijvoorbeeld deze quinoasalade) maken.
Raapsteeltjes en geitenkaas, een goede combi!
In een koekenpan bak je de spekjes uit. Als de aardappels gaar zijn, giet je het water af, maar laat nog wel genoeg vocht over om een smeuiige stamppot te krijgen. Pak een stamper en stamp de aardappels fijn. Giet er dan wat sojaroom bij (Soya Cuisine bijvoorbeeld) en breng de gestampte aardappels op smaak met versgemalen peper en een klein snufje zout. Roer ten slotte de raapstelen en de spekjes door de stamppot. Zelf vind ik het lekker om flink veel groen door de stamppot te doen, anders zit je vooral aardappels (en dus een berg koolhydraten) te eten. Snijd een plak oude (of belegen) geitenkaas in kleine blokjes en strooi die over de stamppot op je bord. Dit is een echte voorjaarsstamppot! Zijn er geen raapstelen meer te krijgen? Dan kun je natuurlijk overstappen op andijvie of paksoi, net zo lekker!