Ingrediënten
- 200 gram risottorijst
- 200 gram paddestoelen
- 2 kleine uien (of sjalotten)
- 1 teentje knoflook
- 1 stengel bleekselderij
- 750 ml kippen-/ of groentenbouillon
- 1 klein glas witte wijn
- Pecorino Romano (harde schapenkaas)
- olijfolie
- peterselie, kervel of bieslook
- witte peper
- zout
Bereidingswijze
Bijna alle supermarkten verkopen risottorijst en bakjes met verschillende soorten paddestoelen. Kijk anders even bij de groenteman welke soorten hij heeft.
Begin met het opwarmen van de bouillon in een apart pannetje. Misschien heb je nog bouillon in de vriezer, anders gebruik je een bouillontablet. Snijd de ui en knoflook heel fijn. Pak een pan waarin je ook de risotto gaat roeren. Het beste kies je een pan met een wat dikkere bodem. Bak de uien hierin zachtjes in wat olijfolie. Ongeveer 2 à 3 minuten. Snijd de bleekselderij in kleine stukjes en voeg die toe. Na 2 minuten doe je de rijst erbij en laat je alles nog eventjes bakken (terwijl je blijft roeren).
Risottorijst groeit in het noorden van Italië
Dan giet je de wijn bij de rijst en roer je regelmatig in de pan totdat het vocht door de rijst is opgenomen. Vervolgens voeg je de bouillon in etappes toe, elke keer een flinke scheut. Tussendoor blijf je af en toe roeren zodat de korrels niet aan de pan vastplakken. Pas als het vocht door de rijst is opgenomen, giet je er weer wat bouillon bij. Een geduldig klusje, maar zo hoort het nu eenmaal te gebeuren. Als je alle bouillon hebt toegevoegd (dit duurt zeker wel 20-25 minuten), proef je of de rijst goed gaar is. Nu bak je in een koekenpan met wat olijfolie de schoongemaakte paddestoelen enkele minuten op een hoog vuur. Roer ze door de risotto, samen met wat fijngehakte kruiden en een flinke hand geraspte kaas. Eigenlijk moet er een klont boter door, maar als je geen lactose mag kun je prima een scheut lekkere olijfolie toevoegen. Breng de risotto op smaak met witte peper en zout en serveer met een groene salade.